IJsbreker | De slang

Benodigdheden: Een aantal (tennis)ballen, twee emmers en voldoende blinddoeken/theedoeken.

Tijd: 15 minuten

Uitleg:
De klas wordt in vier groepen verdeeld. Iedere groep vormt een “slang”. Bijvoorbeeld: een groep van 28 leerlingen wordt verdeeld in 4 groepen van 7 leerlingen. Eerst strijden groep 1 en 2 tegen elkaar, vervolgens groep 3 en 4 en tot slot de winnaars van beide wedstrijden.

Alle leerlingen uit een groep worden geblinddoekt. Zij moeten door elkaars handen op elkaars schouders te leggen een slang vormen. De voorste persoon uit de groep krijgt een tennisbal en in het midden van het lokaal wordt een emmer geplaatst. De groep moet de tennisbal zo snel mogelijk in de emmer zien te krijgen. Dit moeten zij doen zonder dat ze met elkaar praten en zonder dat de slang “breekt”. Er mag dus alleen met non-verbale communicatie worden gecommuniceerd, bijvoorbeeld door elkaar op de schouder te tikken.

Wanneer de voorste persoon de tennisbal in de emmer heeft geplaatst mag hij zijn blinddoek afdoen en naar het einde van de slang verplaatsen. Zo kan hij de rest van de groep aanwijzingen geven over hoe zij moeten lopen: zonder te praten! De groep moet nu weer een tennisbal ophalen en deze naar de emmer brengen. De groep die het snelste alle tennisballen in de emmer heeft gedaan heeft gewonnen!