filmov
tv
Eindexamen aardrijkskunde havo 2012 tijdvak 1 : vraag 9 t/m 12 :aarde
Показать описание
Eindexamen aardrijkskunde havo 2012 tijdvak 1 : vraag 9 t/m 12 :aarde
Sedimentatie, afzetting of accumulatie is het bezinken en ophopen van sedimenten, waarbij sedimentair gesteente ontstaat.
In vlakke gebieden stromen rivieren trager. Het water wordt rustig en het meegenomen materiaal zakt naar de bodem. Ook wind en smeltend landijs leggen op een bepaald moment het meegenomen puin neer. Het zinken van verweringsmateriaal als de transportsnelheid van water, ijs of wind afneemt, heet sedimentatie. Meestal gebeurt dit door stromend water in zeeën of rivieren. Er zijn veel factoren die de sedimentatie bepalen:
snelheid van de stroming
korrelgrootte
materiële vracht
dalingsgraad
lossingshoeveelheid
wrijving
onstuimigheid
coagulerende dwarsdoorsnede
In de glaciale geomorfologie (bespreekt landschappen gecreëerd door gletsjers) onderscheidt men 5 accumulatievormen:
ongesorteerd sediment
grof materiaal
klei en slib
kalkhoudend materiaal
grote erratische blokken (zwerfkeien)
In een firnbekken is er sprake van accumulatie van sneeuw: dit is het accumulatiegebied. Daarnaast is er het ablatiegebied, de gletsjertong, waar het ijs afsmelt.
Sedimentatie, afzetting of accumulatie is het bezinken en ophopen van sedimenten, waarbij sedimentair gesteente ontstaat.
In vlakke gebieden stromen rivieren trager. Het water wordt rustig en het meegenomen materiaal zakt naar de bodem. Ook wind en smeltend landijs leggen op een bepaald moment het meegenomen puin neer. Het zinken van verweringsmateriaal als de transportsnelheid van water, ijs of wind afneemt, heet sedimentatie. Meestal gebeurt dit door stromend water in zeeën of rivieren. Er zijn veel factoren die de sedimentatie bepalen:
snelheid van de stroming
korrelgrootte
materiële vracht
dalingsgraad
lossingshoeveelheid
wrijving
onstuimigheid
coagulerende dwarsdoorsnede
In de glaciale geomorfologie (bespreekt landschappen gecreëerd door gletsjers) onderscheidt men 5 accumulatievormen:
ongesorteerd sediment
grof materiaal
klei en slib
kalkhoudend materiaal
grote erratische blokken (zwerfkeien)
In een firnbekken is er sprake van accumulatie van sneeuw: dit is het accumulatiegebied. Daarnaast is er het ablatiegebied, de gletsjertong, waar het ijs afsmelt.